Oefen je grammatica voor de toets Unit 5 klas 1 blue label (t)/havo/vwo
Oefenen met de simple present (I go, he goes)
- oefening 1: multiple choice met de simple present
- oefening 2: invuloefening met de simple present
- oefening 3: multiple choice met de vormen van de simple present (go of goes)
Oefenen met do en does
- oefening 1: multiple choice met do en does
- oefening 2: multiple choice met do en does
- oefening 3: multiple choice met do, does, don’t en doesn’t
- oefening 4: multiple choice met don’t en doesn’t
- oefening 5: multiple choice met do, does, don’t en doesn’t
Oefenen met de Simple Present (I go) en Present Continuous (I am going)
- oefening 1: multiple choice oefening met vormen van de Simple Present en de Present Continuous
- oefening 2: invuloefening over het gebruik van de Simple Present en de Present Continuous
- oefening 3: invuloefening over het gebruik van de Simple Present en de Present Continuous
Oefenen met de tag-question in de tegenwoordige tijd
(He is going, isn’t he? en He isn’t going, is he?)
- oefening 1: multiple choice oefening met de tag van be, have, do, will/shall
- oefening 2: invuloefening met de negatieve tag van be en do (He is going, isn’t he?)
- oefening 3: invuloefening met de positieve tag van be en do (He isn’t going, is he?)
- oefening 4: invuloefening met de tag van be en do
- oefening 5: invuloefening met de tag van be en do
Oefenen met korte antwoorden in de tegenwoordige tijd (Are you tired? Yes, I am / No, I’m not)
- oefening 1: invuloefening met de tegenwoordige tijd van to have
- oefening 2: invuloefening met de tegenwoordige tijd van to be
- oefening 3: invuloefening met de tegenwoordige tijd van can
- oefening 4: invuloefening met de tegenwoordige tijd van to be, to have, to do en can
- oefening 5: invuloefening met de tegenwoordige tijd van to be, to have en can
Oefenen met this, that, these en those
- oefening 1: invuloefening met this, that, these en those
- oefening 2: multiple choice oefening met this, that, these en those
- oefening 3: invuloefening met this, that, these en those
Oefenen met much en many
- oefening 1: multiple choice oefening met much / many in vragen
- oefening 2: multiple choice oefening met much / many in vragen en ontkennende zinnen
- oefening 3: multiple choice oefening met much / many in verschillende zinnen
Oefenen met few en a few, little en a little
- oefening 1: invuloefening met few en a few, little en a little
- oefening 2: multiple choice met a little en a few
- oefening 3: multiple choice met a little en a few
- oefening 4: invuloefening met few en a few, little en a little
- oefening 5: multiple choice met few en a few, little en a little
Oefenen met persoonlijke voornaamwoorden
- oefening 1: invuloefening met I, you, he, she, it, we, they
- oefening 2: multiple choice met I, you, he, she, it, we, they
Oefen je woordjes met de gecontroleerde WRTS-lijsten van ThiemeMeulenhoff.