uitleg
its is een bezittelijk voornaamwoord en duidt het bezit van een dier aan of van een ding. In het Nederlands zeggen we z’n of zijn. | You should find that poor animal and put it out of its misery. When the world turns its back on you, you turn your back on the world! |
it’s is de samentrekking van it is of it has en het betekent het is of het heeft. | “It’s (= it is) perfectly understandable, Charlotte”, my mother said. It’s (= it has) been going since 1990 when I was a junior in college. |
het verschil tussen its en it’s : oefeningen
- oefening 1: multiple choice met its of it’s
- oefening 2: multiple choice met its of it’s
- oefening 3: multiple choice met its of it’s
- oefening 4: multiple choice met its of it’s
- oefening 5: multiple choice met its of it’s
- oefening 6: multiple choice met its of it’s
- oefening 7: multiple choice met its of it’s
- oefening 8: multiple choice met its of it’s
- oefening 9: multiple choice met its of it’s
- oefening 10: multiple choice met its of it’s
nuttige pagina’s
- oefeningen over het verschil tussen they, their en they’re
- oefeningen met bezittelijke voornaamwoorden (my/mine/of mine, your/yours/ of yours, etc.)
- oefeningen met persoonlijke voornaamwoorden (I/me, you, he/him, etc.)
- oefeningen met am/is/are
- oefeningen met has/have/had