Vorm en gebruik
Een kort overzicht: hoe zien de toekomende tijden er in het Engels uit en wanneer gebruik je hen.
- The train leaves – simple present : als iets vast staat te gebeuren in de toekomst (rooster, dienstregeling, etc.)
- I am working tomorrow – present continuous: een afspraak in de nabije toekomst (voorbereiding en organisatie heeft al plaatsgevonden)
- I am going to buy this – to be going to: een voornemen in de toekomst (je hebt iets besloten en je gaat het in de toekomst uitvoeren) / een voorspelling gebaseerd op aanwijzingen
- I will work – future simple: neutrale toekomst: iets dat sowieso gaat gebeuren / spontane beslissing (op het moment van spreken) / menen, hopen, denken of iets aannemen over de toekomst
- I will be working – future continuous: iets is voor een tijdstip in de toekomst begonnen en zal na dat tijdstip waarschijnlijk nog doorgaan / toekomst zonder een voornemen vooraf: iets zal gebeuren bij een normale gang van zaken
- I will have worked – future perfect: iets zal voor een bepaald punt in de toekomst voltooid of klaar zijn
- I will have been working – future perfect continuous: een handeling duurt een bepaalde tijd tot een specifiek tijdstip in de toekomst waarbij nadruk ligt op de lengte van de handeling
Oefeningen met 4 toekomende tijden of meer
- oefening 1: invuloefening met will, to be going to, present continuous en de simple present
- oefening 2: multiple choice oefening met will, to be going to, present continuous en de simple present
- oefening 3: multiple choice oefening met toekomende tijden
- oefening 4: twee oefeningen met de will, going to, future perfect, present continuous en de simple present
- oefening 5: multiple choice oefening met toekomende tijden plus uitleg antwoorden
- oefening 6: multiple choice oefening met toekomende tijden plus uitleg antwoorden
- oefening 7: invuloefening met simple present, will, present continuous, and future continuous
- oefening 8: multiple choice oefening met toekomende tijden
Nuttige pagina’s
- oefeningen met de future simple (I will go)
- oefeningen met will, shall, won’t, shan’t
- oefeningen met to be going to
- oefeningen met de future continuous (I will be going)
- oefeningen met de future perfect (I will have gone)
- oefeningen met de future perfect continuous (I will have been going)