Oefeningen
de verleden tijd (go-went-gone) van onregelmatig werkwoorden in een zin
lijst onregelmatige werkwoorden
- oefening 1: invuloefening met de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden
- oefening 2: invuloefening met de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden
- oefening 3: invuloefening met de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden
- oefening 4: invuloefening met de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden
- oefening 5: invuloefening met de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden
het voltooid deelwoord (go-went-gone) van onregelmatig werkwoorden in een zin
lijst onregelmatige werkwoorden
- oefening 1: multiple choice oefening met het voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 2: invuloefening met het voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 3: invuloefening met het voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
de verleden tijd en het voltooid deelwoord (go-went–gone) van onregelmatige werkwoorden in een zin
- oefening 1: multiple choice oefening met de verleden tijd en het voltooid deelwoord
- oefening 2: multiple choice oefening met de verleden tijd en het voltooid deelwoord
- oefening 3: invuloefening met de verleden tijd en het voltooid deelwoord
- oefening 4: invuloefening met de verleden tijd en het voltooid deelwoord
het hele werkwoord, verleden tijd en het voltooid deelwoord van het onregelmatige werkwoord (go–went–gone).
lijst onregelmatige werkwoorden
- oefening 1: invuloefening met de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 2: invuloefening met de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 3: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 4: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 5: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 6: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 7: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 8: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden ( je kunt uit verschillende sets werkwoorden kiezen)
- oefening 9: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden (178 werkwoorden in totaal!)
spelletjes om de onregelmatige werkwoorden te oefenen
- oefening 1: kruiswoordraadsel met onregelmatige werkwoorden
- oefening 2: kruiswoordraadsel met onregelmatige werkwoorden
- oefening 3: oefen verschillende tijden met een onregelmatige werkwoorden wiel
- oefening 4: onregelmatige werkwoorden quiz (verleden tijd)
- oefening 5: de onregelmatige verleden tijd quiz
- oefening 6: kruiswoordraadsel met onregelmatige werkwoorden
Nuttige pagina’s
- oefeningen met de Simple Past (I went)
- oefeningen met de Present Perfect (I have gone)