Vorm

lijdende vorm: een vorm van to be + voltooid deelwoord

 bedrijvende vormlijdende vorm
future simpleJack will build a house.A house will be built.
can/couldJack can / could build a house.A house can / could be built.
may/mightJack may / might build a house.A house may / might be built.
would/shouldJack would / should build a house.A house would / should be built.
mustJack must build a house.A house must be built.
 
future perfectJack will have built a house.A house will have been built.
can have / could haveJack can have / could have built a house.A house can have / could have been built.
may have / might haveJack may have / might have built a house.A house may have / might have been built.
would have / should haveJack would have / should have built a house.A house would have / should have been built.
must haveJack must have built a house.A house must have been built.
 lijst onregelmatige werkwoorden

Oefeningen

Maak lijdende zinnen in de toekomende tijd (A house will be built)

  • oefening 1: invuloefening waarin je lijdende zinnen maakt in de toekomende tijd
  • oefening 2: invuloefening waarin je lijdende gezegdes maakt in de toekomende tijd

Maak bedrijvende zinnen lijdend in de toekomende tijd (He will build a house ⇒ A house will be built)

  • oefening 1: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (toekomende tijd) lijdend maakt
  • oefening 2: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (toekomende tijd) lijdend maakt
  • oefening 3: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (toekomende tijd) lijdend maakt

Maak bedrijvende zinnen met hulpwerkwoorden lijdend (He may build a house ⇒ A house may be built)

  • oefening 1: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (hulpwerkwoorden) lijdend maakt
  • oefening 2: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (hulpwerkwoorden) lijdend maakt
  • oefening 3: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (hulpwerkwoorden) lijdend maakt
  • oefening 4: invuloefening waarin je een bedrijvende zin (hulpwerkwoorden) lijdend maakt

Nuttige pagina’s

  • oefeningen met het herkennen van de lijdende of bedrijvende vorm
  • oefeningen met de Simple Present Passive (The house is built)
  • oefeningen met de Simple Past Passive (The house was built)
  • oefeningen met de Continuous Passive (The house is/was being built)
  • oefeningen met de Perfect Passive (The house has/had been built)
  • oefeningen met de lijdende vorm in verschillende tijden
  • oefeningen met de Personal Passive (She is known to have built a house)
  • oefeningen met de Double Object Passive (She was given a house / A house was given)