Oefen je grammatica voor de toets Unit 7 klas 2 blue label
Oefenen met de Simple Past en Present Perfect (I went en I have gone)
- oefening 1: multiple choice over het gebruik van simple past – present perfect
- oefening 2: multiple choice over het gebruik van simple past – present perfect
- oefening 3: invuloefening over het gebruik van simple past – present perfect
- oefening 4: multiple choice over het gebruik van simple past – present perfect
- oefening 5: multiple choice over het gebruik van simple past – present perfect
Oefenen met het verschil tussen for en since
- oefening 1: multiple choice over het gebruik van for en since
Oefenen met will, won’t en shall, shan’t
- oefening 1: multiple choice met will en shall
- oefening 2: multiple choice met will en shall
- oefening 3: invuloefening met will en shall
Oefeningen met de gerund (going)
- oefening 1: invuloefening met de gerund
- oefening 2: invuloefening met de gerund
- oefening 3: invuloefening met de gerund als onderwerp
- oefening 4: invuloefening met de vorm van de gerund
- oefening 5: multiple choice met de gerund
Oefenen met some en any
- oefening 1: invuloefening met something, anything, someone, anyone, somewhere, anywhere
- oefening 2: invuloefening met anybody / somebody / nobody (not anyone / someone / any-one)
- oefening 3: invuloefening o.a. over het verschil tussen some en any in vragen
- oefening 4: invuloefening o.a. over het verschil tussen some en any in vragen
- oefening 5: multiple choice met any en some
Oefenen met my / mine / of mine, etc.
- oefening 1: verschillende oefeningen met my, mine, of mine, etc.
- oefening 2: multiple choice met I, me, my, mine, myself etc.
- oefening 3: multiple choice met I, me, my, mine, myself etc.
- oefening 4: multiple choice met my, mine, etc.
- oefening 5: multiple choice met my, mine, etc.
Oefenen met het hele werkwoord, verleden tijd en het voltooid deelwoord van het onregelmatige werkwoord (go–went–gone).
Vul de vormen in een tabel in
- oefening 1: invuloefening met de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 2: invuloefening met de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
- oefening 3: invuloefening met het hele werkwoord, de verleden tijd en voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden
Oefen je woordjes met de gecontroleerde WRTS-lijsten van ThiemeMeulenhoff.