wanneer gebruik je de Present Perfect
- voor een periode die in het verleden is begonnen, tot nu doorgaat en waarschijnlijk nog langer zal duren (I have been ill for a week.)
signaalwoorden: for, since, always, lately, recently - voor recente acties die afgelopen zijn maar niet duidelijk wanneer en die nog betrekking hebben op het heden. (I have washed the car. (resultaat: Hij is schoon)).
- voor acties die net afgelopen zijn (We have just missed the bus.)
signaalwoord: just - voor een periode waarin acties herhaaldelijk gebeurden en die nog steeds niet is afgelopen (Elisa has already rung him four times this morning.)
signaalwoorden: this morning / afternoon / evening / week etc. / ever / never / always / occasionally / often / several times / It’s / This is the first / second time etc
wanneer gebruik je de Present Perfect Continuous
- om de duur of continuïteit van een actie te benadrukken die in het verleden is begonnen en tot nu toe doorgaat of net is gestopt. (I have been swimming. (= my hair is still wet) / I have been waiting for two hours already.)
signaalwoorden: for, since, always, lately, recently (de present perfect continuous kan dit soort actie ook zonder een tijdsaanduiding uitdrukken) - voor een schijnbaar voortdurende en herhaaldelijke actie waarbij het aantal keren dat de actie plaatsvindt niet wordt genoemd (Elisa has been ringing him since breakfast. He must have turned his phone off.)
Present Perfect: de focus ligt op het resultaat of de voltooiing van een actie.
Present Perfect Continuous: de focus ligt op de duur of de voortzetting van een actie.
LET OP: De continuous wordt alleen gebruikt bij werkwoorden die een zekere duur uitdrukken en die handelingen beschrijven waarover je zelf controle hebt . De continuous gebruik je dus niet bij
- werkwoorden die een zintuiglijke waarneming uitdrukken (see, hear, feel, etc.)
- werkwoorden die gevoelens en emoties uitdrukken (love, hate, fear, hate, etc.)
- werkwoorden die bezit uitdrukken (own, possess, etc.)
- werkwoorden die begrip, herinnering, voorkeur, kennis uitdrukken (mean, know, believe, forget, understand, appreciate, etc.)
Oefeningen
Oefenen met de Present Perfect (I have gone) en de Present Perfect Continuous (I have been going)
- oefening 1: invuloefening met de present perfect en present perfect continuous
- oefening 2: invuloefening
- oefening 3: invuloefening
- oefening 4: invuloefening
- oefening 5: invuloefening
- oefening 6: invuloefening
- oefening 7: invuloefening
- oefening 8: verschillende oefeningen
- oefening 9: verschillende oefeningen
Nuttige oefeningen
- oefeningen met de Present Perfect (I have gone)
- oefeningen met de Present Perfect Continuous (I have been going)