vorm
bevestigend | alle personen | will / ‘ll + heel werkwoord |
I will remain as long as possible. | ||
ontkennend (+ NOT) | alle personen | will + not / won’t + heel werkwoord |
You won’t believe what I just heard! | ||
vragend (+?) | 1e persoon enkelvoud en meervoud | Shall I/we + heel werkwoord? |
Shall I call you later? | ||
andere personen | Will you/he/she/it/they + heel werkwoord? | |
Will you excuse us for a moment? |
oefeningen
will, won’t, shall (elementary)
- oefening 1: multiple choice met will en shall
- oefening 2: multiple choice met will en shall
- oefening 3: invuloefening met will en shall
- oefening 4: invuloefening met will en won’t
- oefening 5: multiple choice met will en won’t
if-zin type 1 (if + simple present, will + heel werkwoord)
- oefening 1: kies de juiste werkwoordsvorm
- oefening 2: kies de juiste werkwoordsvorm
- oefening 3: vul de juiste werkwoordsvorm in
- oefening 4: vul de juiste werkwoordsvorm in
- oefening 5: vul de juiste werkwoordsvorm in
- oefening 6: vul de juiste werkwoordsvorm in
nuttige pagina’s
- oefeningen met will, would, shall, should
- oefeningen met de future simple (I will go)
- oefeningen met to be going to
- oefeningen met de future continuous (I will be going)
- oefeningen met de future perfect (I will have gone)
- oefeningen met de future perfect continuous (I will have been going)
- oefeningen met if-zinnen (voorwaarde)