vorm en gebruik
vertaling | definitie | voorbeeld | |
there | daar, er | bijwoord: aanduiding van plaats | It’s in my bag over there on the chair. |
voorlopig onderwerp: er (het introduceert een situatie) | There is a thing you should know. | ||
their | hun | bezittelijk voornaamwoord | I did not want to raise their hopes. People no longer know their neighbours. |
they’re | zij zijn | samentrekking van they en are | They’re just kids. Give them a break. They’re both a little worried about their son. |
there, their en they’re: oefeningen
oefen eerst of je het juiste onderscheid kunt maken
- oefening 1: multiple choice oefening
- oefening 2: multiple choice oefening
- oefening 3: multiple choice oefening
- oefening 4: multiple choice oefening
- oefening 5: multiple choice oefening
- oefening 6: multiple choice oefening
- oefening 7: multiple choice oefening
oefen daarna de spelling
- oefening 8: invuloefening
- oefening 9: invuloefening
- oefening 10: invuloefening
- oefening 11: invuloefening
- oefening 12: invuloefening
- oefening 13: invuloefening
nuttige oefeningen
- oefeningen over het verschil tussen its en it’s
- oefeningen met bezittelijke voornaamwoorden (my/ mine/ of mine etc.)
- oefeningen met persoonlijke voornaamwoorden (I/ me/ you/ he/ him, etc.)