Vorm
regelmatig
bevestigend: | hele werkwoord + ed | he/she/it worked |
ontkennend: | did not (didn’t) + heel werkwoord | he/she/it didn’t work |
vragend: | did + onderwerp + heel werkwoord | did he/she/it work? |
onregelmatig
bevestigend: | de verleden tijd vorm van het onregelmatige werkwoord | he/she/it went |
ontkennend: | did not (didn’t) + heel werkwoord | he/she/it didn’t go |
vragend: | did + onderwerp + heel werkwoord | did he/she/it go? |
lijst onregelmatige werkwoorden |
Oefeningen
Bevestigende zinnen in de Simple Past (verleden tijd van regelmatige werkwoorden) (He worked)
- oefening 1: multiple choice met de vorm van de verleden tijd van regelmatige werkwoorden
- oefening 2: drie invuloefeningen met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden
- oefening 3: invuloefening met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden
- oefening 4: invuloefening met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden
- oefening 5: invuloefening met de verleden tijd van regelmatige werkwoorden
Ja/nee vragen, ontkenningen en bevestigende zinnen in de Simple Past (onregelmatige en regelmatige werkwoorden) (He worked en he went)
- oefening 1: ja/nee vragen maken met to do
- oefening 2: ja/nee vragen maken met to do
- oefening 3: ja/nee vragen, ontkenningen en bevestigende zinnen
- oefening 4: ja/nee vragen, ontkenningen en bevestigende zinnen
- oefening 5: ja/nee vragen
(On)regelmatige werkwoorden in bevestigende, vragende en ontkennende zinnen in de Simple Past
- oefening 1: maak bevestigende zinnen
- oefening 2: maak ontkennende zinnen
- oefening 3: maak vragende zinnen
- oefening 4: invuloefening met (on)regelmatige werkwoorden in bevestigende, vragende en ontkennende zinnen
- oefening 5: verschillende oefeningen
- oefening 6: invuloefening met (on)regelmatige werkwoorden in bevestigende, vragende en ontkennende zinnen
- oefening 7: maak vragende zinnen
- oefening 8: invuloefening met bevestigende zinnen
- oefening 9: invuloefening met bevestigende zinnen
- oefening 10: invuloefening met (on)regelmatige werkwoorden in bevestigende en vragende zinnen
Nuttige pagina’s
- oefeningen met was en were
- oefeningen met onregelmatige werkwoorden (go – went – gone)
- oefeningen met korte ja/nee antwoorden in de verleden tijd
- oefeningen met de Simple Past (I went) en Present Perfect (I have gone)
- oefeningen met de Simple Past (I went) en Past Perfect (I had gone)
- oefeningen met de Simple Past (I went) en Past Continuous (I was going)