Vorm en gebruik
Aanwijzende voornaamwoorden in het Engels.
dichtbij | veraf | |
enkelvoud | this | that |
meervoud | these | those |
Oefenen met aanwijzende voornaamwoorden (this, that, these en those)
- oefening 1: multiple choice oefening met this, that, these en those
- oefening 2: invuloefening met this, that, these en those
- oefening 3: multiple choice oefening met this, that, these en those
- oefening 4: multiple choice oefening met this, that, these en those
- oefening 5: invuloefening met this, that, these en those
- oefening 6: vul het meervoud in van this / that en verander de werkwoordsvorm
- oefening 7: multiple choice oefening met this, that, these en those
- oefening 8: invuloefening met this, that, these en those
- oefening 9: een oefening met this / these en een oefening that / those
- oefening 10: invuloefening met this, that, these en those
Nuttige pagina’s
- oefeningen met betrekkelijke voornaamwoorden (who(m)/ whose/ which/ that, etc)
- oefeningen met bezittelijke voornaamwoorden (my/ mine/ of mine etc.)
- oefeningen met persoonlijke voornaamwoorden (I/ me/ you/ he/ him, etc.)
- oefeningen met vragende voornaamwoorden (who, what, which, etc.)
- oefeningen met wederkerende voornaamwoorden (myself/ yourself, etc)