wanneer gebruik je de Simple Present

  • iets gebeurt regelmatig of is routine (I always cycle in the weekends.)
    signaalwoorden: always, every day, never, occasionally, often , on Tuesdays, seldom, sometimes , twice a week, usually
  • iets is altijd waar (The sun rises in the east. )
  • een situatie is min of meer altijd zo (I work in a hotel.)
  • het beschrijven of becommentariëren van een gebeurtenis op het moment van spreken (sport, theater, concert) (Boateng passes to Messi… Messi to Dembélé…)

wanneer gebruik je de Present Continuous

  • iets gebeurt op dit moment (the sun is shining at the moment)
  • iets is een tijdelijke situatie die niet per se op dit moment aan de gang is (I am reading a book by Hilary Mantel)
  • je wilt irritatie uitdrukken over een terugkerende gewoonte (you are always leaving the lights on!)
  •  

LET OP: De continuous wordt alleen gebruikt bij werkwoorden die een zekere duur uitdrukken en die handelingen beschrijven waarover je zelf controle hebt . De continuous gebruik je dus niet bij

  • werkwoorden die een zintuiglijke waarneming uitdrukken (see, hear, feel, etc.)
  • werkwoorden die gevoelens en emoties uitdrukken (love, hate, fear, like, etc.)
  • werkwoorden die bezit uitdrukken (own, possess, etc.)
  • werkwoorden die begrip, herinnering, voorkeur, kennis uitdrukken (mean, know, believe, forget, understand, appreciate, etc.)

Oefeningen

Oefenen met de Simple Present (I go) en Present Continuous / Progressive (I am going) (elementary)

  • oefening 1: multiple choice oefening met vormen van de simple present en de present continuous
  • oefening 2: invuloefening over het gebruik van de simple present en de present continuous
  • oefening 3: invuloefening over het gebruik van de simple present en de present continuous
  • oefening 4: verschillende oefeningen met de vorm en het gebruik van de simple present en de present continuous
  • oefening 5: oefening om zinnen in de simple present en de present continuous te herkennen
  • oefening 6: verschillende oefeningen met de vorm en het gebruik van de simple present en de present continuous
  • oefening 7: invuloefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 8: verschillende oefeningen met de vorm en het gebruik de simple present en de present continuous
  • oefening 9: invuloefening met de simple present en de present continuous

Oefenen met de Simple Present (I go) en Present Continuous / Progressive (I am going) (intermediate)

  • oefening 1: invuloefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 2: invuloefening met de simple present en de present continuous 
  • oefening 3:  multiple choice oefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 4:  invuloefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 5:  invuloefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 6:  invuloefening met de simple present en de present continuous
  • oefening 7: simple present of present continuous/progressive in bevestigende zinnen
  • oefening 8: invuloefening met de simple present of de present continuous

Nuttige pagina’s

  • oefeningen met de Simple Present (I go)
  • oefeningen met de Present Continuous / Present Progressive (I am going)